Ondanks dat zijn naam anders doet vermoeden, is de grote modderkruiper een rasechte vis. De grote modderkuiper is een vrij zeldzame soort in Nederland. Het is een soort die herkenbaar is aan zijn opvallende ‘snor’.

Herkenning 

De grote modderkruiper heeft een langgerekt lichaam. In de lengterichting lopen licht gele vlekkerige banen. Ook op de kop zitten vlekjes, het patroon is per dier uniek en maakt individuele herkenning mogelijk. Zeer herkenbaar is zijn bek; daar zitten tien bekdraden. Ze kunnen 30 centimeter lang worden.

Leefgebied

De grote modderkruiper houdt van stilstaand tot traag stromend water. Hij houdt van ondiepe wateren met een dikke modderlaag en veel waterplanten. Je kunt de grote modderkruiper vinden in bijvoorbeeld overstromingsvlakten bij beken. Ook in kleine sloten die in verbinding staan met beken treffen we de soort aan.

Grote modderkruipers kunnen leven in water met lage zuurstofconcentraties. Daarvoor heeft deze vis speciale aanpassingen. Ze slikken lucht in wat ze vervolgens in hun lichaam weer kunnen gebruiken. En met hun slijmerige huid zijn ze in staat om in tijdelijk drooggevallen sloten te overleven. 

Voedsel

Overdag verstopt deze vis zich in de modder en ‘s nachts gaat hij op zoek naar kleine waterdiertjes zoals wormen, watervlooien, muggenlarven, waterpissenbedden en kreeftjes. Met behulp van hun gevoelige bekdraden worden deze op de tast gevonden.