De inhoud is geladen.

Herken jij de soort?

Steeds minder mensen herkennen planten en dieren in en rond het water. Net als een analfabeet, die de letters wel ziet maar ze niet kan lezen.
Hoe leer je die natuur te lezen? Wat letters zijn in een boek, zijn planten- en dierensoorten in de natuur. Als je ze niet kent, kun je niet lezen.
En juist soorten kennen en herkennen helpt bij het willen beschermen.
Daarom helpen wij jou een handje. En nemen wij je mee in de wereld in en rondom onze sloten, beken en vijvers. Dit doen wij op alfabet. Elke keer een nieuw dier met een nieuwe letter.

  • Azuurwaterjuffer

    Deze juffer staat bekend om zijn levendige blauwe kleur en elegante vleugels. Ze zijn vaak te zien bij stilstaand water, zoals sloten, vijvers en vennen. In ons gebied vindt je de juffer overal.

  • Baars

    Baars is één van de meest voorkomende vissoorten van Nederland. Je vindt deze vis in bijna elk type water in ons gebied. Het zijn zichtjagers. Dus ze houden van helder water.

  • Canadese gans

    De Canadese gans is een grote wilde gans met een zwart hoofd en hals, witte wangen, en een bruin lichaam. Ze komen oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Maar inmiddels broedt deze vogel al jaren in ons land. Ze zijn vaak te vinden bij beken, vennen, vijvers en grasvelden.

  • Drijvend fonteinkruid

    Drijvend fonteinkruid is een waterplant met op het wateroppervlak drijvende bladeren. Er zijn meerdere soorten fonteinkruiden, maar drijvend fonteinkruid is de meest algemeen voorkomende.

  • Egelskop

    Van op de kant tot in het water valt de Grote egelskop op door zijn bloeiwijze. De plant dankt zijn naam aan zijn kenmerkende vruchten. Het bolletje met stekels dat lijkt op een egel.

  • Fuut

    De fuut komt in ons hele gebied als broedvogel voor in stadsparken, vennen en beken. De fuut is goed herkenbaar aan witgemaskerde kop die overloopt in een bruinrode kleur met boven op zwarte kopveren. Zijn ogen zijn felrood. Het mannetje en vrouwtje zijn identiek.

  • Grote modderkruiper

    Ondanks dat zijn naam anders doet vermoeden, is de grote modderkruiper een rasechte vis. De grote modderkuiper is een vrij zeldzame soort in Nederland. Het is een soort die herkenbaar is aan zijn opvallende ‘snor’.

  • Heikikker

    Tijdens de paartijd kan je hem niet missen: de mannetjes heikikker met zijn blauwe kleur. De rest van het jaar zijn ze geelbruin tot rood/groenbruin. De heikikker kun je vinden op de zandgronden. Op de heide, in beekdalen bij weilanden zolang er een ondiepe poel of ven in de buurt is.

  • Ijsvogel

    De ijsvogel is herkenbaar aan zijn felblauwe kleur. Ze zijn klein en kunnen heel snel vliegen. Vaak hoor je eerst een schrille kreet en als je geluk hebt dan zie je nog net ‘iets blauws’ voorbij schieten. Meestal over of bij het water.

  • Japanse duizendknoop

    De stengel bevat rode spikkels en het blad is hartvormig. De plant heeft holle stengels. In ieder okseltje zit een blad. Dit zijn de knopen waar de plant zijn naam aan te danken heeft. Een struik kan wel 4 meter hoog worden. In augustus en september bloeit hij met crèmewitte bloemen waar veel bijen op af komen.

  • Kwabaal

    Kenmerkend voor de kwabaal is de platte, brede kop met een zeer opvallende tastdraad onder aan de kin.  Zijn lichaam is lang en cilindervormig. De vis is groenbruin van kleur, heeft een gemarmerde tekening en twee rugvinnen. In Nederland wordt de soort ongeveer 70 centimeter groot.

  • Lisdodde

    Lisdodde is een oeverplant. Zeer kenmerkend is de bruine “sigaar” die boven de plant uit torent. Ze hebben een ronde stengel en lange bladeren. Je ziet deze plant veel langs beken maar ook in moerassen en natte graslanden.

  • Marmergrondel

    De marmergrondel is een zoetwatervis. Bij ons leeft de soort in rivieren en beken met veel waterplanten. Ze hebben geen zwemblaas en kunnen dus niet “zweven” in het water. Als ze niet blijven zwemmen, zakken ze naar de bodem.

  • Noordse witsnuitlibel

    De noordse witsnuitlibel is een vrij kleine donkere libel van ongeveer 4 cm. De neus is opvallend wit. Je vindt ze bij vennen en veengebieden.