Kenmerkend voor de kwabaal is de platte, brede kop met een zeer opvallende tastdraad onder aan de kin.  Zijn lichaam is lang en cilindervormig. De vis is groenbruin van kleur, heeft een gemarmerde tekening en twee rugvinnen. In Nederland wordt de soort ongeveer 70 centimeter groot.

Leefgebied

De kwabaal komt tegenwoordig nog maar op enkele plaatsen voor in Nederland. En ook in ons Dommelgebied. Hier is deze vissoort terug uitgezet en we zien dat hij blijft. 
Deze soort is afhankelijk van water met plaatsen met natuurlijk water, koel en zuurstofrijk. De kwabaal is vooral ‘s nachts actief. Overdag verschuilen de vissen zich in holtes, boomwortels of tussen stenen. Plaatsen waar beken buiten de oevers mogen treden, zijn erg aantrekkelijk voor deze soort. Ondergelopen gebieden vormen dan ook een goede plek om op te groeien voor jonge kwabalen.