Lisdodde is een oeverplant. Zeer kenmerkend is de bruine “sigaar” die boven de plant uit torent. Ze hebben een ronde stengel en lange bladeren. Je ziet deze plant veel langs beken maar ook in moerassen en natte graslanden.

Hij kan wel 2,5m hoog worden. Er zijn twee soorten lisdodde langs de oevers te vinden. De grote en de kleine lisdodde. 

Groeiplaats 

Grote lisdodde kan op sommige plaatsen de plantengroei helemaal domineren. Met zijn wortelstok breidt hij zich onder de grond uit. De plant doet het in Nederland erg goed, want lisdodde houdt van zeer voedselrijk water. Je vindt hem op beschutte plaatsen waar het water niet hard stroomt. Deze plant heeft geen moeite met veel slib of een modderige bodem. De bekende bruine sigaar bestaat uit pluizige zaadjes. De wind voert ze mee.  Wanneer het slib droogvalt, is het een ideale groeilocatie voor deze plant. 

Natte landbouw

In natte gebieden kun je goed lisdodde kweken (natte teelt). De laatste jaren is er veel onderzoek naar het gebruik  van natte teelt gewassen als veevoer of bouwmateriaal. Naast opbrengst zorgt deze plant  ook voor habitat en voedsel voor moerassoorten zoals libellen, vogels en amfibieën.